Adesse Research
Kom erachter met Adesse
 

Proefschrift 'HRM en prestaties in het primair onderwijs'


Persbericht NRO (28-11-2016):


Autonomie van leraren stimuleren komt de prestaties van scholen ten goede

 

Als een school stimulerende HRM-activiteiten ontplooit, voelen leraren zich meer verbonden met de doelen en waarden van hun school. Daardoor zijn leraren tevredener, concludeert Tessa Janssen in haar proefschrift. Ook de leiderschapsstijl van de schoolleider is van invloed: schoolleiders die de autonomie van leraren stimuleren, implementeren meer HRM-activiteiten. En die hebben dus een positief effect. Zowel op leraren als op de prestaties van scholen.

Tessa Janssen, die op 1 december promoveert aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, onderzocht in hoeverre Human Resource Management (HRM) kan bijdragen aan de prestaties van basisscholen. Het gaat dan om effecten van HRM op het welbevinden van de leraren en effecten op de prestaties van de school. HRM-activiteiten zijn bijvoorbeeld gericht op werving en selectie, ontwikkeling, scholing, beoordeling en het vergroten van autonomie. Zowel op leerkrachtniveau als op schoolniveau blijkt het belangrijk om HRM in te zetten.

Autonomie

De toepassing van HRM heeft een positieve invloed op de mate waarin leraren vinden dat hun baan, en de doelen en waarden van de school bij hen passen. Het is belangrijk dat leraren zich thuis voelen in hun eigen organisatie, want hierdoor zijn ze tevredener. HRM kan helpen dat te bewerkstelligen. Tevreden medewerkers zijn vaker bereid zich in te zetten voor de organisatie, wat kan leiden tot betere prestaties.

De leiderschapsstijl van de schoolleider is daarbij van invloed. Hoe meer die stijl gericht is op het vergroten van de autonomie van leraren, hoe meer HRM-activiteiten hij of zij implementeert. Schoolleiders blijken hiermee niet alleen het welbevinden van leraren te beïnvloeden, maar ook de prestaties van scholen direct te vergroten op het gebied van effectiviteit en adaptiviteit.

Schoolprestaties

Het HRM-beleid blijkt geen directe invloed te hebben op de gemiddelde Cito-scores van de school. Wel is er een samenhang tussen HRM en twee andere kwaliteitskenmerken van de school, namelijk effectiviteit en adaptiviteit. “Effectiviteit is de mate waarin scholen hun gestelde doelen halen”, legt Janssen uit. “Adaptiviteit is de mate waarin ze zich aanpassen aan hun omgeving, of leren van signalen uit hun omgeving.”

“HRM-activiteiten die ervoor zorgen dat de leerkracht zijn werk beter kan uitvoeren, zoals werving, selectie, training en scholing, dragen bij aan de adaptiviteit en effectiviteit van de organisatie. Ook activiteiten die de autonomie van leerkrachten vergroten hebben dit effect. Wat niet bijdraagt aan de adaptiviteit en effectiviteit zijn HRM-activiteiten gericht op beloning en beoordeling van leraren.”

Context

Tot slot heeft de context van de school invloed op het succes van HRM-beleid. Volgens Janssen is het opvallend dat het gemiddelde leerlinggewicht invloed heeft op hoe leerkrachten de leiderschapsstijl van hun directeuren en de toepassing van HRM-activiteiten ervaren. Hoe hoger het leerlinggewicht (hoe meer leerlingen met laag opgeleide ouders), hoe minder leerkrachten een autonomie vergrotende leiderschapsstijl ervaren en hoe minder HRM-activiteiten zij ervaren.

Voor de prestaties van de school spelen behalve het welbevinden van de leraren ook hun percepties een rol. Schoolleiders moeten er daarom op letten dat ze HRM-activiteiten zoals het vergroten van de autonomie niet alleen implementeren, maar dat leraren die ook zo ervaren.

Meer informatie, vragen en/of opmerkingen over dit onderzoek:

Mail dan naar t.janssen@adesseresearch.nl 

Download: 

HRM en prestaties in het primair onderwijs



Publiciteit:

Persbericht Erasmus Universiteit Rotterdam

Persbericht Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek